Per 1 januari 2015 wordt de Participatiewet ingevoerd. Het
wetsvoorstel ligt bij de Raad van State. Staatssecretaris Klijnsma heeft
toegezegd dat de wet in november met de contourenbrief wordt ingediend in de
Tweede Kamer. In de hoofdlijnennotitie van 27 juni 2013 schetst de
staatssecretaris de contouren van de wet.
Het sociaal akkoord dat op 11 april 2013 werd gesloten heeft forse impact gehad. Over de uitwerking hiervan spreken sociale partners en gemeenten gesproken in de Werkkamer. Ook hierover geeft de staatssecretaris in november de laatste stand van zaken.
Wat gaat er veranderen?:
- De huidige regelingen Wsw, Wajong en WWB worden samengevoegd in de Participatiewet. Gemeenten voeren de wet uit.
- De bestaande re-integratiebudgetten en huidige Wsw-subsidie worden samengevoegd in één Participatiebudget. Op het Participatiebudget wordt op termijn 1,3 miljard bezuinigd. Het subsidiebedrag per Wsw’er per jaar daalt op termijn naar 22.700 euro. Dat was in 2010 ruim 27.000 euro.
- De instroom in de Wsw stopt per 1 januari 2015. De huidige Wsw’ers worden niet herkeurd. Ook de (loon)kosten voor deze groep lopen door. Op termijn is er geld om binnen Participatiewet structureel dertigduizend beschutte werkplekken te behouden, op basis van 100% van het wettelijk minimumloon.
- De Wajong blijft bestaan voor mensen die duurzaam niet kunnen werken. Huidige Wajongers worden herkeurd. Wajongers die kunnen werken en onder de doelgroep van de Participatiewet vallen, krijgen een bijstandsuitkering en worden ondersteund door gemeenten om aan de slag te komen.
- Gemeenten compenseren werkgevers met loonkostensubsidie, als iemand niet in staat is het minimumloon te verdienen. De gemeente vult aan tot het minimumloon. Het verschil tussen het minimumloon en de cao betaalt de werkgever. Door het sociaal akkoord is het instrument loondispensatie geschrapt.
- Sociale partners stellen zich in het sociaal akkoord garant voor een toenemend aantal banen voor mensen met een beperking. Uiteindelijk realiseren de marktpartijen 100.000 plekken; de overheid stelt zich garant voor 25.000 plekken.
- Als gevolg van het begrotingsakkoord op 11 oktober 2013 realiseren marktpartijen in 2014 5.000 plekken (in plaats van de 2.500 plekken die in het sociaal akkoord waren afgesproken).
- Het quotum is voorlopig van de baan. Er wordt wel een quotumwet voorbereid. Eind 2015 wordt gepeild of sociale partners de doelstellingen uit het sociaal akkoord halen. Dit moment is met een jaar vervroegd als gevolg van het begrotingsakkoord van oktober 2013.
- De Werkkamer (sociale partners en gemeenten) maakt afspraken over invulling, taakomschrijving en aansturing van de 35 Werkbedrijven. In het sociaal akkoord is afgesproken dat er 35 Werkbedrijven komen, gelinkt aan de 35 arbeidsmarktregio’s. De Werkbedrijven worden de schakel om mensen te verbinden met de banen waarvoor werkgevers garanties hebben afgegeven. Gemeenten hebben de lead en werken samen met sociale partners. Helder is dat de Werkbedrijven geen fusie zijn van de huidige SW-bedrijven.
Bron: Cedris